Inleiding

Zondag na AswoensdagIn grote delen van het kanton Baselland vormen vuur en fakkeloptochten het begin van het carnaval, dat samenvalt met het carnaval in de stad Basel. In het stadje Liestal is een bijzonder spectaculaire variatie ontstaan, die - vooral dankzij de demonstraties tijdens verschillende feesten - in de wijde omtrek beroemd is geworden.

Achter een groep trommelaars, fluitspelers en lampiondragers, naar voorbeeld van Basel, marcheert een groep mannen in speciale brandwerende pakken, die grote, tot vijftig kilo zware fakkels van dennenhout dragen. Deze hebben de mannen, meestal leden van de gymnastiekvereniging, in de voorafgaande weken zelf gemaakt.
Zij trekken ijzeren wagens, die gevuld zijn met afvalhout en in lichterlaaie staan. In de nauwe verduisterde straatjes verspreiden de fakkels en de wagens een spookachtig schijnsel. Ondanks het oorspronkelijke karakter gaat de huidige vorm van dit volksgebruik niet verder terug dan 1924. Toen begonnen de leden van de gymnastiekvereniging weer - naar ouder voorbeeld - zulke fakkels te maken en door de straten te dragen. Langzamerhand verdrongen zij daarmee de fakkel- en lampionoptochten van de kinderen.