De passen van de Via Alpina
Veelzijdigheid, avontuur en idylle: daarvoor staat de Via Alpina, de klassieker onder de langeafstandswandelroutes van Zwitserland. Op de route van Liechtenstein naar het Meer van Genève beleven wandelaars alle facetten van de Zwitserse Alpen, wat deze route terecht tot een klassieker maakt.
Als langeafstandswandelaar ontdek je adembenemende bergwerelden als uit een prentenboek en beleef je bijzondere ontmoetingen, die de wandeling tot een onvergetelijke ervaring maken. De route voert door zes kantons en neemt je mee naar een wereld ver weg van lawaaierig verkeer en dagelijkse stress. Op 20 etappes van Vaduz naar Montreux steken de avonturiers 14 van de mooiste Alpenpassen van Zwitserland over.
Al op de derde etappe moet het eerste hoogtepunt van de route overwonnen worden: de beklimming van de Foo-pas. Op een kleine heuveltop tussen de rotsen is aan beide kanten van de pas een bijna eindeloos Alpenlandschap te zien.
Door de Appenzeller, Glarus en Urner Alpen kom je over talloze bergruggen, smalle bergkammen en bergpassen. Bijvoorbeeld de Klausenpas, beroemd om zijn oldtimer-autoraces. Te voet beleef je deze bergpas vanuit een geheel nieuw perspectief. Naast de bekende bochten is er ook een heel bijzonder hotel, dat qua traditie geenszins onderdoet voor de Klausenrace.
Bovendien biedt de Richetlipas een van de mooiste beklimmingen van de route; de afdaling voert door een idyllisch veenlandschap. Je wandelt hier van het ene berglandschap naar het andere en komt daarbij telkens weer in volledig nieuwe geologische gebieden.
Het laatste stuk gaat over de Berner Alpen – hier behoren de Sefinenfurgga en de Hohtürli tot de meest uitdagende maar ook meest panoramische passen van de route. Na de Hahnenmoospass ga je de taalgrens over. De laatste pas, de Col de Chaude, rondt de tocht wat hoogteverschil betreft af. Daarna bereik je de welverdiende eindbestemming van de route – Montreux aan het Meer van Genève.