Inleiding

Sinds 1876 heeft de Boswet ervoor gezorgd dat de oppervlakte van de Zwitserse bossen niet afneemt. Vandaag de dag is 31% van Zwitserland bebost – en de trend stijgt. De bomen beschermen onder andere tegen lawines en laten CO2 dalen.

Een derde van Zwitserland bestaat uit bossen en daar komt jaarlijks een oppervlak bij ter grootte van de Thunersee. Voornamelijk in de Alpen en op de zuidzijde van de Alpen herovert het bos weer terrein. De «Wetgeving inzake bebossing» zorgt ervoor dat het bosoppervlak minimaal even groot blijft – ook in gebieden waar bevolkingsaanwas groot is. Kappen is alleen toegestaan met een speciale ontheffing en gekapte bomen moeten in beginsel door nieuwe aanplant worden vervangen. 's Winters bieden de bossen bescherming tegen lawines. Bovendien zijn de vele loof- en naaldbossen een domicilie voor veel dieren. Voor de mens is het bos een plek van rust en ontspanning. En: Bossen slaan het broeikasgas CO2 op in de vorm van biomassa en halen zo dit schadelijke broeikasgas uit de atmosfeer.