Inleiding

Hoge bergen zijn fascinerend. Niet iedereen krijgt de kans ze te beklimmen. Maar ook van een afstand zijn ze prachtig om te zien. Majestueus en bedekt met eeuwig ijs, stijgen ze boven andere bergen uit.

Zwitserland heeft 48 bergen die hoger dan 4000 m zijn, waarvan 41 in de Alpen van Wallis. Het is juist die berggroep die de Alpenpassenroute doorkruist, dus als je deze bergen eens van heel dichtbij wilt zien, is dit de beste route. 

Wanneer je de Saflischpas vanuit het Binntal beklimt, zie je ze voor het eerst. De Fletschhorn is met net iets minder dan 4000 m de voorbode; daarachter liggen de Lagginhorn met 4010 m en de Weissmies met 4017 m. Wit bepoederd staan ze daar, vaak versluierd door wolken, in de hittenevel van de middagzon of in het heldere licht na een stortbui.

In het Saastal heb je een nog beter uitzicht: eerst de brede Balfrin, die net boven de 4000 meter-grens uitkomt. Wat verder word je betoverd door de aanblik van de Mischabel boven de Feegletsjer. De Mischabel heeft een hele serie pieken die stuk voor stuk vierduizenders zijn. De hoogste piek van deze berg, waarvan de gehele basis in Zwitserland ligt, is de 4545 m hoge Dom.

De naam van het volgende dal kondigt al iets groots aan – het Mattertal. En inderdaad zie je helemaal aan het begin al de piek van de beroemdste berg van Zwitserland – de Matterhorn. Minder bekend, maar veel beter te zien is de Weisshorn, die indrukwekkend 4506 m hoog de lucht in steekt. Schuin daarvoor toont de Bishorn zijn witte en grijze flanken. De Bishorn behoort tot de vrij gemakkelijke vierduizenders en kan ook door bergbeklimmers zonder alpiene ervaring beklommen worden, onder begeleiding van een berggids.

Om de andere pieken van de keten te kunnen zien, moet je nog een dal verder wandelen, maar de inspanning is de moeite waard. Op het einde wordt het Turtmanntal  omzoomd door een halve cirkel van hoge bergen: de Bishorn (4151), Weisshorn (4506), Zinalrothorn (4221), Ober Gabelhorn (4063) en Dent Blanche (4357). Ze vormen een muur van rotsen, sneeuw en ijs. En dat is nog niet alles, want op de Alpenpassenroute staat de wandelaars ook nog het brede Combin-massief te wachten.

Ten slotte zijn er nog een paar passen van waaruit je in de verte de witte piek van de Mont Blanc kunt zien. De Mont Blanc is met 4808 meter de hoogste berg van Europa. Na de Alpenpassenroute is één ding duidelijk: je hoeft de vierduizenders niet per se te beklimmen om ervan te kunnen genieten!!