Deborah ontdekt Swisstainable Ticino

Zeven uur met de trein naar Basel en dan nog een kleine vier uur naar Ticino. Ik zie er eerlijk gezegd best een beetje tegenop. Zelf ben ik namelijk iemand die voor mijn werk altijd en overal in een vliegtuig stapt. Helaas, allesbehalve duurzaam! Daarom sta ik volledig open voor deze nieuwe ervaring en ben ik blij met deze duurzame aanpak. Bovendien, als ik alle dramatische verhalen over Schiphol en andere Europese luchthavens hoor, kan ik alleen maar erg opgelucht zijn. 

De zeven uur durende treinreis naar Basel verloopt soepel en gaat eigenlijk verassend snel. Je stelt je natuurlijk ook ergens op in. Bovendien is een trein zoveel comfortabeler dan een vliegtuig, vanwege de ruimte, de mogelijkheid om lekker rond te lopen en het landschap langzaam te zien veranderen. Eenmaal in Basel aangekomen, reizen we via Zurich richting Ticino. 

Ik begrijp dat de Gotthard-Basistunnel de regio Ticino met de rest van Zwitserland verbindt en deze met een lengte van 57 km ‘s werelds langste spoor- en diepste verkeerstunnel is. Bovendien schijnt het na de tunnel bijna altijd zonnig te zijn. En dat is ook deze keer het geval. Zodra we Ticino binnenrijden staat de zon hoog aan de hemel. Vanwege de zuidelijke ligging bij de grens met Italië, kent Ticino een mediterraan klimaat. Ook vind ik de landschappen alleen maar mooier worden: Weidse groene velden, blauwe meren en hoge bergen. Alleen dat al is een reden om met de trein te reizen. We stappen een paar keer over en bereiken aan het einde dag onze bestemming voor de komende dagen: Locarno, gelegen aan het prachtige Lago Maggiore. 

Bij aankomst in Locarno worden we opgehaald door een busje van ons hotel: Hotel Belvedere. Natuurlijk had ik dit hotel voorafgaand al uitgebreid online  bekeken. Het waren de prachtige uitzichten die meteen tot de verbeelding spraken. En niets hierover is gelogen. De hotelkamer is ruim en comfortabel, inclusief balkon met een waanzinnig uitzicht op het glinsterende Lago Maggiore. Aan de andere kant zit een glazen raam met mooi zicht op het klooster Sacro Monte Madonna del Sasso, wat halverwege de berg ligt. 

Omdat we een lange dag achter de rug hebben, eten we in het restaurant La Fontana, van Belvedere. En alles gaat in het Italiaans, dat is namelijk de voertaal in Ticino. We krijgen een heerlijk driegangenmenu bestaande uit een salade, risotto en gelato voorgeschoteld, met goede bijpassende wijnen. En nu begrijp ik helemaal waarom ze Ticino associëren met de Italiaanse Dolce Vita. 

Interessant om te weten: zodra je incheckt bij een hotel of camping in Ticino ontvang je het Ticino ticket inclusief bij je overnachting. Met dit ticket kun je kosteloos en onbeperkt gebruik maken van openbaar vervoer in Ticino gedurende je gehele verblijf. Super handig!

Buongiorno Locarno! 

Na een uitgebreid ontbijt beginnen we aan de dag en hebben we de tijd om Locarno en het naastgelegen stadje Ascona te verkennen. Omdat het weer zo mooi is, besluiten we om niet met de bus te gaan, maar te gaan lopen. Een wandeling van een uurtje. Vanuit het hotel lopen we een kleine stukje naar beneden richting het Lago Maggiore. En wat is het hier mooi! Het zicht op de bergen en de zon die op het blauwe water schijnt, zorgen voor werkelijke geluksmomentjes. We lopen langs het meer, genieten van de uitzichten en vervolgen het pad langs de Maggia rivier, die Locarno en Ascona van elkaar scheidt. Onderweg staan bankjes waar je zo nu en dan plaats kunt nemen. 

Ascona ligt tevens aan het Lago Maggiore en staat bekend om haar wandelpromenade met goede restaurants. Ook is het leuk om even in het historische gedeelte achter de boulevard te kijken. Hier vind je een mooie kerk en smalle straatjes met leuke delicatessenwinkels. En als je een fotospot zoekt, is er de Swing of the World. 

Moeilijk is het om een lunch plek uit te zoeken. Alle terrassen hebben hier hun charme maar we eindigen bij Rivas, waar ze goede visgerechten serveren. Veel tijd hebben we niet meer. We lopen namelijk overal vertraging op omdat we de uitzichten zo mooi vinden en maar foto’s blijven maken. Bovendien staat vanmiddag suppen op het programma. Iets waar ik erg naar uitkijk. 

Bij Wilson Sup in Locarno huren we een plank waar we zelfstandig het meer mee op kunnen. Zelf heb ik dit eerder gedaan, mijn reispartner niet. Maar al snel, hebben we het allebei onder de knie en peddelen we heerlijk over het water. We zijn er allebei van overtuigd dat we een volgende keer echt een koelbox met lekkere dingen mee moeten nemen. Er zijn meerdere strandjes waar je even kunt aanmeren en de mooie omgeving in je op kunt nemen. De tijd vliegt voorbij en voor we het weten is het alweer 18 uur en hebben we een reservering bij Restaurant Blu. 

Restaurant Blu ligt aan het Lago Maggiore en is gespecialiseerd in vis. En dat is te merken. De zeevruchtenspecials zijn werkelijk heerlijk en je proeft de kwaliteit er meteen aan af. 

Vandaag staat in het teken van een bezoek aan het Maggiadal (Vallemaggia). Dit gebied wordt gedomineerd door de Maggia rivier en staat bekend om haar kristalheldere water, groene valleien, palmen, historische dorpjes en bergen. 

In de ochtend ontmoeten we gids Anna en halen we onze e-bike bij het treinstation op. Gids Anna is een stoere Zwitserse dame uit Lugano die al jarenlang als gids in verschillende regio’s in Zwitserland actief is. Ze vertelt ons over de omgeving en doet haar best om de mooiste fotospots voor ons uit te zoeken. Iets wat overigens niet heel moeilijk is. 

Een e-bike voelt voor mij heel luxe, omdat ik gewend ben om veel te wandelen en fietsen. Maar al snel, komen we erachter hoe handig deze e-bike wel niet is. Je vliegt de berg op zonder er veel moeite voor te hoeven doen en kunt in korte tijd veel van de regio zien. 

We stoppen regelmatig voor mooie uitzichten op de rivier. Leuk is het dat er overal zandstrandjes zijn waar mensen liggen te zonnen en in de rivier zwemmen. Iets wat wij natuurlijk ook doen, want het is een warme zomerdag. Ook is het opvallend dat hier gewoon palmbomen groeten, iets wat je natuurlijk niet verwacht van Zwitserland. In ieder geval ik niet. Deze palmen groeien hier vanwege het mediterrane klimaat, tot ongeveer 1000 meter hoogte. 

Het mooiste vind ik kleine dorpjes als Gordevio, Avegno en Mogheno die we onderweg passeren. Hier heb je het gevoel echt even terug in de tijd te gaan, vanwege de straatjes met kinderkopjes, stenen huizen, religieuze muurschilderingen en kleine kerkjes. In elke dorpje wil ik stoppen, rondlopen en foto’s maken. Bijzonder vind ik het overigens om te zien dat er overal fonteinen zijn met water wat direct uit de bergen komt. Perfecte plekken om je fles met water bij te vullen. Beter water ga je niet vinden. 

Ook vertelt Anna ons over grotto’s. Ticino staat bekend om haar natuurlijke grotten. Deze werden vroeger gebruikt voor de opslag van wijn en eten, omdat het er lekker koel was. Nog steeds wordt een aantal grotto’s op deze manier gebruikt. Maar tegenwoordig zijn grotto’s ook lokale restaurants waar je iets kunt eten en drinken. Niets leukers dan je tocht door de Maggiavallei even te ontbreken. 

In de avond is er een tafel voor ons gereserveerd bij La Curt Bandida, een mooi terras op de boulevard van Ascona met lekkere voorgerechtjes, pasta’s en wijnen. En natuurlijk mag een ijsje in een van de vele gelateria’s niet ontbreken.

Als ik aan Zwitserland denk, denk ik aan bergen, uitzichtpunten en kabelbanen. En deze ochtend wordt mijn Zwitserland gevoel gevoed en bevestigd. Met de kabelbaan gaan we vanaf het centrum in Locarno de berg op naar Orselina. Hier bevindt zich het klooster van Sacro Monte Madonna del Sasso. Na een kort bezoek, reizen we met de kabelbaan verder naar Cardada. En de eerste uitzichten zijn al zo mooi. Eenmaal boven kun je een wandeling maken of een drankje drinken in een van de typische chalets. 

Maar het allerleukste is om nog een stukje verder te stijgen naar de 1700 meter hoge berg Cimetta. In een open tweezitkabelbaan zweef je binnen 10 minuten de berg op. En hier zijn de uitzichten op Locarno, het Lago Maggiore en Ascona werkelijk adembenemend. Ik kon niet stoppen met foto’s maken en wilde niet meer weg. Plan zeker voldoende tijd voor je bezoek, want je kunt er mooie wandelingen maken. Iets waar wij geen tijd meer voor hadden. 

Al zo lang als dat ik reis bezoek ik graag botanische tuinen. En toen ik hoorde over een botanische tuin op een eiland, alleen per boot te bereiken, kon ik niet wachten om deze plek te bezoeken. 

Op een uur varen van Locarno liggen de Brissago eilanden, waarvan het grote eiland uit een botanische tuin bestaat met meer dan 1500 soorten planten. Zo loop je door Aziatische bamboebossen, langs exotische bloemen, planten uit Australië, Madagascar en Californië en medicinale planten. En overal heb je uitzicht op het Lago Maggiore en de bergachtige omgeving. Het Brissago eiland is echt een must see als je in Ticino bent. 

Interessant om te weten: de verschillende planten kunnen hier optimaal groeien vanwege het milde klimaat en de gunstige ligging, beschermd door de omringende bergen. 

Dat je in Ticino lekker kunt eten een drinken zal geen verassing zijn. Wil je weten waar al deze heerlijke producten vandaan komen? Ik kreeg een rondleiding bij Terreni alla Maggia, een 150 hectare grote plantage en boerderij waar talloze soorten wijn, rijst, pasta, mais, polenta, vruchtensappen en spirits als grappa, gin en whisky worden geproduceerd. En na afloop mag je natuurlijk van alles proeven tijdens een uitgebreide wijntasting. 

Interessant om te weten: door het milde (micro)klimaat is Ticino ideaal voor het verbouwen van deze producten en alles gebeurt op biologische wijze. Terreni alla Maggia produceert jaarlijks 80 ton rijst, 105.000 flessen wijn, 40 ton mais en polenta, 80 ton pasta en 2800 flessen grappa. 

Arrivederci! 
Na nog een korte rondleiding door het historische centrum van Locarno, is het einde van onze reis alweer in zicht. We bezoeken de piazza grande, de straatjes achter dit centrale plein van Locarno en het Middeleeuwse Visconti kasteel. Duidelijk is dat ik er nog helemaal niet klaar voor ben om Ticino te verlaten. Maar onze zitplaatsen zijn gereserveerd en met tegenzin vertrekken we naar het treinstation voor onze terugweg naar Basel en Amsterdam. 

Heel graag kom ik hier nog eens terug! Voor het maken van lange wandelingen door de bergen, het ontdekken van meer stadjes en genieten van de goede restaurants. Bovendien is het hier in de winter natuurlijk weer compleet anders dan in de zomer.